Geschiedenis
In de periode van 1730 tot 1775 terroriseerde de “bende van de Bokkenrijders een groot gedeelte van Zuid-Nederland. Dit was een geheim genootschap, dat een eed op de duivel had afgelegd, in ruil voor het eeuwige leven.
Zo zwierf er in de bossen rond Gilze en Rijen een groep van (ca.) 10 leden van de bende met hun leider rond, en zaaiden dood en verderf in de omringende dorpen.
Met name Rijen moest het ontgelden en berucht waren hun plunderingen, brandstichtingen en overvallen op dit dorp.
Maar het meest luguber waren de mysterieuze verdwijningen van kinderen!
Nooit werd er meer iets vernomen van de kinderen die plotseling uit het midden van de gemeente werden weggerukt en men vermoedde dat zij in gevangenschap hun dagen als slaven van de leider moesten slijten, tot hij er genoeg van had.
Tot er een dappere en moedige boer en zijn familie in opstand kwamen en voor eens en altijd een eind aan het geweld wilden maken. Hij kreeg al snel veel bijval van de overige bewoners en zo ontstond er een ware heksenjacht op de bende van de Bokkenrijders.
Alle leden van de bende werden één voor één opgespoord, gevangen genomen en op gruwelijke wijze, door de door haat verteerde bevolking, vermoord.
Door hun verdrag met de duivel waren zij echter gedoemd om eeuwig door de bossen te zwerven in hun afschuwelijke gedaante.
Alle leden. Behalve één.
De leider van het gezelschap is nooit gevonden en daarmee het mysterie van de verdwenen kinderen nooit opgelost!
Het verhaal wil dat de bende iedere 13e dag van de maand hun leider ergens in het bos ontmoet…